Licht
Ik kan mijn licht, blijkbaar, wel stralen,
Anderen zien in mij het licht,
maar als ik zelf wil kijken,
heb ik opeens geen zicht.
Soms krijg ik wel de indruk,
Dat een lamp op, of bij mij, schijnt.
Dat zie ik maar heel even,
Voordat het weer verdwijnt.
Het licht is als de slaap,
Het laat zich niet dwingen.
Het overvalt me vaak,
Ik kan het niet ‘beginnen’.
Het licht laat zich niet vangen,
Het is volkomen vrij.
Toch blijf ik wel verlangen,
Om het licht te zien in mij.
Vervolgens werden er nog andere stukken voorgedragen voor het tweede deel van mij aan bod kwam:
Mijn Verhaal
Noem mij… Indira, dat is wie ik wil zijn. En wie dat is, zoek ik nog steeds uit. Daar kom ik steeds meer achter gewoon door te leven en mijzelf gespiegeld te krijgen door anderen. Ik heb anderen nodig om te weten wie ikzelf ben.
Soms vind ik het moeilijk en ben ik niet trots op mezelf.
Andere keren krijg ik, juist door een reactie van een ander, een heel mooi beeld van mezelf. Daar ben ik vaak verbaasd over, omdat ik mezelf dan zo niet zie. Ik zit in mijzelf en bekijk mezelf niet van buiten.
Het is een ontdekkingstocht die waarschijnlijk pas ophoudt op het moment dat ik mijn laatste adem uitblaas. Wellicht dat mij dan alles helder wordt.