woensdag 28 december 2011

Medici

Mijn vertrouwen in de reguliere geneeskunde ben ik langzaamaan kwijt geraakt. Door met CVS geconfronteerd te worden waar niets aan te doen is volgens de artsen, maar via de orthomoleculair arts er al snel achter komen dat ik een groot aantal voedselintoleranties heb. Sinds ik me aan een streng dieet houd, gaat het een stuk beter. Ik voel het ook als ik weer iets gegeten heb waar ik niet goed tegen kan.

In het kennismakingsgesprek met mijn orthomoleculair arts vertelt zij dat de paniekaanvallen waar ik last van heb gehad een duidelijke fysieke oorzaak kunnen hebben. Heb altijd gedacht dat het een psychisch probleem was. Een psychotherapeut zei me zelfs dat het niets anders is dan aandacht vragen, maar mijn orthomoleculair arts kan het heel simpel verklaren door een sterke verandering in de suikerspiegel. In de vele keren dat er bloedonderzoek die in opdracht van de huisarts wordt gedaan om te onderzoeken of er fysiek iets aan de hand is, is mijn suikerspiegel altijd goed volgens de uitslag. Bij de orthomoleculair arts wordt echter een verlengde glucose-intolerantietest uitgevoerd en dan ervaar ik al snel dat een plotselinge heftige daling van mijn suikerspiegel enorm veel lijkt op een paniekaanval.  Verder wordt ook een neutrofielentest uitgevoerd. Hieruit blijkt dat ik voor heel gewone voedingsmiddelen een intolerantie heb. Mais is bijvoorbeeld met stip op 1 staat. Als ik dat eet, kan ik niets meer. Dan treedt heel duidelijk de uitgeputte gevoel op dat ik ervaar.

Een ander voorbeeld waardoor ik het vertrouwen ben kwijt geraakt is eerder voorgevallen. In 2009 krijg ik uit het niets last van netelroos. Mijn huisarts geeft me alleen anti-histamine als symptoombestrijding. Dit neemt wel de jeuk weg, maar het gaat er niet van over. Ik ga uiteindelijk naar een ayurvedisch arts in Weesp. Hij doet niet veel, voelt aan je pols en kijkt in je mond, maar met een aantal simpele voedingsvoorschriften is mijn netelroos in korte tijd verdwenen.

Hetzelfde geldt voor een enorme jeuk die ik een tijdlang op mijn hoofd heb. Huisarts (weer een andere want mijn vaste huisarts opent haar eigen praktijk) denkt aan eczeem en schrijft een gemeen goedje voor wat ik er een aantal weken op moet smeren. Zonder resultaat natuurlijk. Pas als ik mijn dieet volg, gaat ook de jeuk over.

Ik weet dat er veel artsen zijn die enorm goed werk verrichten en dat waardeer ik ook zeer, maar mijn ervaringen met de reguliere geneeskunde zijn dus niet altijd heel positief....


donderdag 15 december 2011

Thuis

Thuis gekomen meteen in mijn bed gaan liggen. Slapen kan ik niet, maar lekker voel ik me allerminst. Het voelt een beetje alsof de zwaartekracht is opgevoerd. Ik voel me heel zwaar en liggen is nu de meest comfortabele houding. Het lijkt of ik een enorm lange wandeling heb gemaakt en daar nu helemaal gesloopt van ben.

D. is vrij op maandag en hij is meteen naar huis gekomen vanaf de graffiti-vrijplaats in Amsterdam. Fijn dat hij thuis is, want ik maak me ook wel een beetje zorgen over wat er allemaal met me gebeurt. 
Heb meteen ook maar een afspraak met mijn huisarts gemaakt. 

Nog niet zo makkelijk om daar te komen. Autorijden heb ik even opgegeven nu mijn lijf niet meer echt meedoet. Dus ik maak veelvuldig gebruik van de taxi. 
De huisarts denkt dat ik overwerkt ben. Zelf geloof ik daar niet in, omdat ik al eens een burn out heb gehad en daar voelde ik me toch heel anders bij. Dit is wel erg fysiek. Op haar advies ga ik elke dag een stukje lopen, al is het maar 5 minuten, ik moet wel blijven bewegen.
Heb elke week contact met mijn huisarts om door te spreken hoe het er voor staat.
Inmiddels heb ik ook een afspraak met de bedrijfsarts (BA). Een nog grotere uitdaging want het is in Amsterdam. Ik haal het allemaal net om daar te komen. Op een stoel zitten in de wachtkamer is eigenlijk al teveel gevraagd, ik wil liggen....
Op advies van de BA een afspraak bij de HSK gemaakt. Daar moet ik wat testjes voor doen en die worden dan de eerste keer daar besproken.
Dag dat ik daar naar toe moet, is de eerste dag dat ik me weer een beetje ok voel. Ik houd bij hoe ik me elke dag voel en geef een cijfer aan de ochtend, middag en avond (want het verschilt nogal per dagdeel) Die dag krijgt voor het eerst een 7 in plaats van de gebruikelijk geworden 4.


Bij HSK denken ze niet aan overwerktheid, maar aan het Chronisch Vermoeidheidssyndroom (CVS). Dat bespreek ik met mijn huisarts. Zij wil daar niet over praten. Ik vraag een doorverwijzing naar de internist. Enige maanden daarna bevestigt hij deze constatering. En daar moet je het dan mee doen, want meer weten ze ook niet. Ze weten niet hoe het komt en niet wat ze er aan moeten doen. 

D. heeft op internet gezocht naar info en zo kom ik bij de ME/CVS-stichting terecht. Ik word lid en ontvang uitgebreide informatie over de aandoening van alles wat er wel over bekend is. Er zit ook een boekenlijst bij. Ik bestel Heden ik van Renate Dorresteijn. Door haar boek kom ik weer een stukje verder.
HSK helpt me er mee om te gaan. Ik train om steeds iets meer te kunnen. De psycholoog daar weet precies waar ze het over heeft en dat is fijn, dat voelt als erkenning. Mijn BA daarentegen zegt dat "hij 's avonds ook wel eens geen zin heeft om te sporten, maar dan gaat hij toch en is hij blij dat hij gegaan is." Ik ben eigenlijk woest om die opmerking, maar ik heb geen idee hoe ik daar op moet reageren. Ik stuur hem uiteindelijk maar een folder met info over de aandoening. Daarna is het wel ok.


Eind juni ga ik weer voor het eerst werken. Een half dagje per week. Heel snel wordt duidelijk dat ik niet zal terugkeren in mijn oude, stressvolle functie. Een andere geschikte werkplek is er niet voor me, dus dat betekent dat ik buiten de organisatie naar een andere functie moet zoeken. Ik breid mijn uren  langzaam uit tot ik in oktober 2011 weer op mijn gebruikelijke 32 uur zit. Mijn werkgever besluit dan om mij op een andere afdeling verder te laten re-integreren. De druk wordt behoorlijk opgevoerd. Dat is niet in mijn belang. Ik word er weer slechter van. Ik besluit te stoppen met werken en de tijd die ik daarmee heb te besteden aan het volgen van mijn hart.

dinsdag 6 december 2011

In den beginne...

Het was een heel gewone maandag. Het begin van een nieuwe werkweek. Die zondag ervoor was ik met D bij J. en M. in Tilburg geweest en blijven eten. 's Avonds weer met de auto naar huis gereden. Op de terugweg naar huis voelde ik het al een beetje in mijn armen. Slappe armen.
Een of twee weken ervoor had ik mijzelf ook al een dag ziek gemeld met vergelijkbare klachten. Energie was gewoon op. Ik dacht eerst nog dat ik gewoon wat moest eten, maar daar lag het niet aan. Nadat ik wat gegeten had, werd het niet beter. Toen ben ik die maandag thuis gebleven en de dag erna ging het weer.


Nu was het vlak voor mijn vakantie. Op de woensdag zou ik vrij zijn en anderhalve week vrij zijn. Oorspronkelijk zou ik weer een 10-daagse retraite gaan doen, zoals ik dat ook in juni 2009 had gedaan, maar ik voelde me niet goed genoeg om dat te gaan doen, dus daar had ik me eerder al voor afgemeld. Ik zou dus gewoon vakantie hebben.

Ik zat tijdens de lunchpauze met een aantal collega's in de kantine een boterham te eten. Een van mijn collega's E. was een discussie gestart met A., een andere collega. Het was een enorme machtstrijd waarbij E. zich enorm dominant opstelde. Ik had geen zin meer om er naar te luisteren en ik ben weer naar boven gegaan, naar mijn kamer. Onderweg naar boven voelde ik mijn armen opnieuw. Enorm slap, alsof er helemaal geen kracht meer in zat. Boven gekomen nam ik een bekertje chocolade mee naar mijn kamer omdat ik opnieuw dacht dat het met suiker te maken zou kunnen hebben.


Ik heb mijzelf fysiek altijd heel sterk gevonden, maar nu was het bekertje met chocolademelk toch echt heel zwaar voor me. Op mijn werkplek kon ik eigenlijk alleen maar hangen in mijn stoel. Zoveel mogelijk onderuit gezakt hangen zodat ook mijn hoofd op mijn rugleuning kon steunen. Typen ging niet meer, te zwaar. 


Nu begon ik toch lichtelijk in paniek te raken, want ik werd ook behoorlijk licht in mijn hoofd. Het gevoel alsof ik wat gedronken had en mijn hoofd enigszins los op mijn romp stond en ik niet meer echt controle had over mijn spieren. 

Op dat moment heb ik me even terug getrokken naar het trappenhuis en heb ik D. gebeld. D. is altijd een enorme steun voor me als ik mij niet helemaal lekker voel. Dat gebeurde wel vaker. Ik had wel eens wat paniekaanvallen waarbij ik in de overtuiging was dat ik het niet zou overleven en D. wist me dan altijd weer rustig te krijgen. Sowieso gewoon heel prettig om even met hem te praten op dat moment. Hij heeft geopperd om naar huis toe te gaan. Ik was nog niet helemaal overtuigd dat dat noodzakelijk was, dus ik heb het nog even aangekeken, maar niet lang daarna was wel duidelijk dat het niet langer ging. 
Zelf naar het station lopen en met de trein en vervolgens nog een kwartier met de fiets naar huis, zag ik al echt niet meer zitten. Collega M. heeft mij toen naar huis gereden met de auto van een andere collega.